D e   P e e l h o e v e

                   A u s t r a l i a n   L a b r a d o o d l e s                   

De Australian Labradoodle

De Labradoodle is oorspronkelijk gefokt voor mensen die een allergie voor honden hebben, maar toch een geleidehond nodig hebben. Inmiddels bestaat het ras al een tijdje en is het in Nederland enorm in opkomst. 

Geschiedenis 

Het begon in Australië. Een dame op Hawaï had een hulphond nodig en richtte zich tot de organisatie "Royal Guide Dogs."Omdat haar man allergisch was moest zij een anti-allergene hond hebben. Royal Guide Dogs stuurde plukjes haar en speeksel van 33 verschillende poedels om te zien of een poedel geschikt zou zijn voor haar en haar allergische echtgenoot. Al snel bleek dat haar echtgenoot hier allergisch voor was. In 1988 heeft Mr. Wally Conran van de Royal Guide Lines voor het eerst een Poedel met een Labrador Retriever gekruist in de hoop dat hier een hond uit zou komen die wel geschikt was voor iemand met een hondenallergie. Het eerste nest leverde drie puppies op waarvan er een geschikt bleek te zijn. De allergische echtgenoot kon hier wel tegen en de hond werd Labradoodle genoemd. Hij kreeg de naam Sultan. Sultan heeft uiteindelijk tien jaar als geleidehond op Hawaï gewerkt. Hierna zijn Rutland Manor en haar dochter Tegan Park weliswaar afzonderlijk, maar beiden met hetzelfde doel voor ogen, aan de ontwikkeling van de Labradoodle verder gaan werken.Zij startten een fok- en onderzoek- centrum in Melbourne en begonnen verschillende combinaties met elkaar te kruisen: poedels met labradoodles, en Labradoodles met Labradoodles. Na twaalf maanden werden de honden met elkaar vergeleken en het resultaat werd vastgelegd. 

Vervolgens startten zij een overkoepelende organisatie, zetten een database op om honden te kunnen registreren en ontwikkelden uiteindelijk de Australian Labradoodle.
In eerste instantie werd dat gedaan met een lerse Water Spaniel. Deze kruising zorgde voor de prachtig diepbruine kleur. Daarna werd de Curly Coated Retriever er aan toegevoegd.
Deze menging zorgde voor de meer open gezichten, wat inhield dat er meer haar groeide op het lichaam dan in het gezicht. En vervolgens werden de Amerikaanse en Engelse Cocker Spaniel er doorheen gekruist.
Dit werd gedaan om de afmetingen van de Labradoodles terug te brengen. De eerste Labradoodles waren namelijk uitzonderlijk groot.
Het gebruik van deze infusions werd heel zorgvuldig en weloverwogen gedaan om bepaalde eigenschappen en kenmerken er uit te fokken of juist er in aan te brengen. Infusies als Ierse Waterspaniel, Curly Coated Retriever, Amerikaanse Cocker Spaniel, Engelse Cocker Spaniel.
Ze gebruikten hiervoor alleen zuivere "bloedlijnen". Elke infusion werd maar een keer toegepast en hiervoor waren goede redenen. ledere fokreu en fokteef werd helemaal gescreend en zorgvuldig geselecteerd alvorens ingezet te worden voor het fokprogramma.


Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot de huidige Australian Labradoodle.

De grondleggers van de Australian Labradoodle hebben in Australië speciale fok- en onderzoekcentra opgezet waarbij men zichzelf behoorlijk strenge regels heeft opgelegd voor wat betreft ethiek en gezondheid.
Een van die regels is onder andere dat de pups jong worden gesteriliseerd of gecastreerd ('de-sexing"), waarmee men probeert zuivere bloedlijnen te waarborgen en illegale broodfok zoveel mogelijk tegen te gaan.

Hoe ging e.e.a. technisch in haar werk? 

Een eerste kruising ofwel F1 is een kruising tussen een Poedel en een Labrador. De vachten kunnen soms anti-allergeen zijn, maar zijn het meestal niet. Een volgende stap was een kruising tussen een Poedel en een Labradoodle, of een kruising van twee Labradoodles. Het product was en is in die situatie nog steeds een gewone Labradoodle.


Eigenschappen van de Australian Labradoodle.

De Australische multigen Labradoodle veel meer dan alleen maar een Poedel - Labrador kruising.Een uitzonderlijk hoog intuïtief vermogen: De Labradoodle voelt zeer goed emoties aan, ze zoeken oogcontact en proberen je of op te vrolijken of te troosten. Daarbij zijn ze ook nog eens zeer intelligent en zeer goed te trainen. Vandaar dat ze bij uitstek geschikt zijn als therapiehond, hulphond of (blinde) geleidehond. Zowel voor mensen met een visuele of andere handicap als voor mensen met emotionele problemen of gedragsstoornissen. Labradoodles worden ingezet als hulphond voor kinderen met ASS (het hele spectrum aan autistische stoornissen), met ADHD, of bij problemen met rouwverwerking. Ze verkeren graag in gezelschap van mensen, zijn dol op kinderen en zijn daarom ideale gezinshonden ook voor families waar geen allergie voorkomt. Hypo-allergeen ras. Omdat deze honden haren hebben die zo dicht op elkaar zitten, dat er bijna geen plek is voor huidschilfers, en omdat ze niet of nauwelijks verharen staan ze bekend als allergie-vriendelijk en niet astma-opwekkend. Andere voordelen van dit vachttype is dat ze niet ruiken en vlooien minder kans hebben.


Karakter 

De Australian Labradoodle is een atletische, gracieuze verschijning met een compacte body en lang haar. Hij heeft een stevige botstructuur en het hoofd is meer stomp dan spits. De ogen zijn zacht en levendig met een vriendelijke uitdrukking. De staart wordt bij voorkeur laag gedragen. De Australische Labradoodle heeft een vrolijk karakter, is sociaal, aanhankelijk, intelligent, energiek en dol op mens en dier. Ze verharen niet en zijn geurloos. Ze zijn eenvoudig te trainen waardoor u nog meer plezier van uw hond hebt. Het is een fantastische familiehond.


Maten

Labradoodles zijn er in 3 maten:

- De Standaard 53-63 cm gewicht 23 kg - 30 kg

- De Medium 43-52 cm gewicht 13 kg - 20 kg

- De Small 35-42 cm gewicht 7 kg - 13 kg 


Kleur 

De kleur is divers, gebroken wit (chalk), crème, caramel, zwart, rood, café au lait, bruin (chocolate), abrikoos (apricot) en zilver. Multikleur is bij de Australian Labradoodle niet toegestaan althans de zgn Party-colour is geen officiële kleur voor de Australian Labradoodle.

Het pigment is leverkleurig of zwart. Hazelnootkleurige ogen komen vaak voor bij de honden met leverkleurig pigment, bruine of zwarte ogen bij het zwarte pigment. 


Vacht 

Dat de Labradoodle anti-allergeen is, niet van vacht wisselt en dus nooit in de rui is met het bijkomende haarverlies, maakt de Australian Labradoodle uniek!! De Australische Labradoodle kent twee soorten vachten: de Fleece-vacht en de Wolvacht.

De Fleecevacht lijkt op die van een Angorageit> zacht en kan golvend en / of licht krullend zijn.

De Wolvacht lijkt meer op de vacht van een schaap. Deze vacht mag niet te dicht zijn andersgezegd dient gemakkelijk geopend kunnen worden.

De Australian Labradoodle heeft geen ondervacht !!! Dat maakt ook dat de hond nauwelijks geurt vanwege de open vachtstructuur zonder ondervacht.


Vachtverzorging

De vacht van een Australian Labradoodle vergt wel tijd en energie om deze mooi te houden. Hierna volgt een uitleg over het verzorgen van de vacht.

Borstelbeurt:
Wij raden u aan, uw hond 1 x per week goed door te borstelen met een universeelborstel met verend bed. (Dit is een borstel met gebogen stalen pinnetjes (vb Activet). Borstel met ferme slagen, waarbij u met 1 hand het haar vasthoudt wat u nog moet gaan uitborstelen en telkens wat haar laat ontglippen dat dan met de andere hand, laagje voor laagje, goed doorgeborsteld wordt. Dat betekent dus dat u onderaan moet beginnen. Dus onderaan een poot. Van buik naar rug, van staartinplant naar nek enz. Met de hoek van de borstel kunt u wat extra kracht zetten voor hardnekkige klitten. Sommige vachten zijn gemakkelijker door te kammen met een kam met ver uit elkaar staande roterende tanden op dezelfde wijze, als hierboven beschreven. (Let bij de voorpoten goed op dat u niet over het 5e teentje borstelt. Dat is nogal pijnlijk.) Wanneer de vacht erg klit, kunt u met talkpoeder de klit ontvetten, waarna de klit veel beter door te borstelen is. U kunt hierbij ook een ontklitter gebruiken. Bij hele erge klitten, kunt u de klit doorknippen met een rechte schaar met de haarrichting mee. Wees niet bang, hier is later niets van te zien. Daarna borstelt u de klit gemakkelijk door.
Het borstelen van de staart is voor honden erg gevoelig en dat vinden ze dan ook niet leuk. Het beste kunt u het staartbeentje goed vasthouden en dan eerst het haar aan de ene kant goed doorborstelen, en daarna het haar aan de andere kant. Hierbij ligt de hond op zijn buik en rust de staart op de grond. Na het borstelen uw hond even goed besproeien met de plantenspuit en binnen de kortste keren, heeft uw labradoodle zijn prachtige krullen weer terug. Bij de dikke wollen vachten, duurt dit evenwel iets langer.
Ook is het beter om wanneer uw hond takjes, dennennaalden of iets dergelijks in zijn vacht heeft hangen, met een kam, die stukjes uit zijn vacht te kammen om klitvorming tegen te gaan.